In 2008 heeft de Europese Commissie de Kaderrichtlijn afvalstoffen gepubliceerd waarin het de basisprincipes voor afvalbeheer vastlegt. De basis is de vijf stappen omvattende afvalhiërarchie die een voorkeursvolgorde vaststelt voor het beheer en de verwijdering van afvalstoffen (Europese Commissie, 2008).

De afvalhiërarchie is echter zeer algemeen en is sindsdien aangepast in richtlijnen voor de verwerking van voedselafval.

Wat betreft het levenseinde van paarden laat de voedselafvalhiërarchie een voorkeur zien voor het gebruik van de paarden voor menselijk voedsel (eerste en tweede niveau) boven het gebruik voor duurzame energie (vierde niveau). De vraag rijst dan: "Komt het niveau voor menselijk voedsel ook overeen met de laagste milieu-impact?".

Ten tweede toont de figuur de milieu-impact van vervangende producten die door de paardenproducten zouden kunnen worden vervangen. Deze worden weergegeven als negatieve effecten omdat de slacht- en vernietigingsprocessen voor paarden met deze effecten worden gecrediteerd.

Deze voorkeur is in overeenstemming met de voedselafvalhiërarchie. Bovendien zijn alle effecten negatief, op één na (het vernietigingseffect van loniserende straling). Dit betekent dat voor bijna alle milieuaspecten het winnen van slachtproducten of het produceren van energieproducten uit paarden milieuvriendelijker is dan de vervangingsproducten.

Uit de resultaten blijkt dat het gebruik van paardenproducten bijna altijd te verkiezen was boven de alternatieve producten. Bovendien leidde het slachten van paarden consequent tot een lagere impact dan het vernietigen van paarden. Dit betekent dat dezelfde voorkeursvolgorde als de voedselafvalhiërarchie kan worden gevolgd bij het beheer van een paard aan zijn levenseinde.